Slim, maar toch vastlopen op school – hoe zit dat? Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong, meerbegaafdheid of hoogbegaafdheid halen opvallend vaak níet het beste uit zichzelf binnen het traditionele schoolsysteem. Je zou verwachten dat slimme kinderen automatisch goed presteren, maar de realiteit laat iets anders zien. Juist deze kinderen lopen regelmatig vast, verliezen hun motivatie en gaan onderpresteren.
Dat lijkt op het eerste gezicht tegenstrijdig. Een kind dat slimmer is dan gemiddeld zou toch moeiteloos mee moeten kunnen? Maar de realiteit is veel complexer. Er spelen namelijk meerdere factoren mee die ervoor zorgen dat deze kinderen zich niet thuis voelen in het systeem. Ze haken af, raken gefrustreerd of worden simpelweg niet gezien. Hieronder lees je waarom het schoolsysteem vaak niet aansluit bij hun behoeften.
Het tempo ligt te langzaam
Hoogbegaafde en meerbegaafde kinderen verwerken informatie razendsnel. Wat voor andere kinderen nieuw en uitdagend is, hebben zij vaak al na één uitleg begrepen. Als het onderwijs dan toch blijft herhalen of traag door de stof gaat, ontstaat verveling. En niet een beetje. Denk aan diepgaande, allesoverheersende verveling die leidt tot frustratie, dagdromen of zelfs ongewenst gedrag in de klas. Een kind dat zich verveelt, haakt af. En presteert dus ook minder.
Gebrek aan diepgang
Veel lesmethodes zijn gericht op basiskennis en het automatiseren van vaardigheden. Voor veel hoogbegaafde kinderen is dat niet genoeg. Ze hebben behoefte aan diepgang, willen verbanden leggen, zelf vragen stellen en ontdekken hoe iets werkt. Als die ruimte er niet is, verliezen ze hun nieuwsgierigheid. Iets wat juist hun grootste kracht is. Ze doen dan alleen nog het minimale om ‘mee te kunnen’. Dan lijkt het alsof ze lui of ongemotiveerd zijn, terwijl ze juist onvoldoende uitgedaagd worden.
Te veel nadruk op ‘gelijkheid’
Het schoolsysteem is ontworpen om zoveel mogelijk kinderen op eenzelfde manier te onderwijzen. Dat klinkt eerlijk, maar het betekent ook dat er vaak weinig ruimte is voor écht maatwerk. Hoogbegaafde kinderen hebben andere behoeften dan hun leeftijdsgenoten. Ze denken sneller, dieper en vaak ook creatiever. Als de lat voor iedereen op dezelfde hoogte ligt, voelen zij zich niet gezien. Dat kan leiden tot frustratie of een laag zelfbeeld. Zeker als ze leren om zich aan te passen in plaats van zichzelf te mogen zijn.
Sociaal-emotionele mismatch
Hoogbegaafde kinderen hebben vaak een ander soort beleving van de wereld. Ze kunnen extreem gevoelig zijn, een sterk rechtvaardigheidsgevoel hebben of diep nadenken over onderwerpen die voor leeftijdsgenoten nog abstract zijn. In de klas voelen ze zich daardoor soms ‘anders’. Dat kan leiden tot een gevoel van eenzaamheid of het idee dat ze nergens écht bij horen. Als leerkrachten deze gevoeligheden niet herkennen, kunnen sociale problemen ontstaan die uiteindelijk invloed hebben op het leren.
Ze leren niet leren
Dit is misschien wel het meest onderschatte probleem. Omdat veel hoogbegaafde kinderen in de eerste jaren van hun schooltijd nauwelijks inspanning hoeven te leveren, leren ze niet hoe ze moeten leren. Geen studievaardigheden, geen doorzettingsvermogen, geen ervaring met fouten maken. Tot ze ergens in de bovenbouw of het voortgezet onderwijs ineens wél tegen grenzen aanlopen. Dan missen ze de tools om met tegenslag om te gaan. En lijken ze ineens ‘slecht te presteren’, terwijl ze eigenlijk nooit goed geleerd hebben hoe je leert.
Onderpresteren uit zelfbescherming
Sommige kinderen gaan zich juist aanpassen aan de groep. Ze willen niet opvallen of hebben geleerd dat ‘uitsteken’ niet veilig is. Dus doen ze minder hun best dan ze kunnen, stellen ze zich afhankelijk op of saboteren ze zichzelf. Vaak gebeurt dat onbewust. Dit onderpresteren kan zo hardnekkig zijn dat het jaren duurt voor iemand doorheeft dat het kind eigenlijk veel meer in zijn mars heeft.
Niet gezien of erkend
Leerkrachten zijn niet altijd getraind in het signaleren van hoogbegaafdheid. Zeker niet als het zich niet uit in hoge cijfers. Een kind dat stil is, geen vragen stelt of zelfs clownesk gedrag vertoont, wordt lang niet altijd herkend als meerbegaafd. Daardoor wordt er geen passend onderwijsaanbod gedaan. Geen plusklas, geen compacten of verrijken. Het gevolg is dat het kind verder wegzakt, gefrustreerd raakt of ongelukkig wordt. En de prestaties blijven achter.
Perfectionisme en faalangst
Een ander veelvoorkomend verschijnsel is perfectionisme. Omdat hoogbegaafde kinderen gewend zijn dat dingen vanzelf gaan, raken ze in paniek als iets een keer níet lukt. Ze ontwikkelen faalangst of vermijden moeilijke taken. Liever niks doen dan iets fout doen. En dat zie je terug in hun resultaten. Ze kiezen de makkelijke weg, laten dingen liggen of geven op voor ze begonnen zijn.
Een systeem dat niet ontworpen is voor uitzonderingen
Misschien wel de kern van het probleem: het schoolsysteem is gemaakt voor de gemiddelde leerling. Juist kinderen die daar vér buiten vallen, krijgen te maken met een systeem dat hen niet kan bieden wat ze nodig hebben. Niet omdat leerkrachten het niet goed bedoelen, maar omdat de ruimte, kennis en tijd ontbreken om echt passend onderwijs te geven aan deze groep.
Wat helpt wél?
Herkenning is stap één. Als jij ziet dat een kind met een voorsprong juist níet presteert, kijk dan verder dan het cijfer of gedrag. Vraag je af: wordt dit kind wel echt uitgedaagd? Is er ruimte voor eigen inbreng, nieuwsgierigheid, versnellen of verdiepen? Wordt het kind gezien zoals het écht is?
En verder:
- Compacten: minder herhaling en sneller door de stof.
- Verrijken: opdrachten met meer diepgang, projectmatig werken en zelfstandig onderzoek doen.
- Plusgroepen: bijeenkomsten met gelijkgestemden om te werken aan interesses of talenten.
- Coachende leerkracht: iemand die het kind niet alleen lesgeeft, maar begeleidt in zelfkennis en leervaardigheden.
- Ruimte voor creativiteit en eigen initiatief.
Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong hebben niet ‘meer van hetzelfde’ nodig, maar iets heel anders. Pas als je dat ziet en erkent, ontstaat er ruimte om ze écht te laten floreren. Op school én daarbuiten.
Wil je weten hoe open einde speelgoed kan helpen bij kinderen die zich niet gezien voelen op school? Lees hier waarom vrij spel juist voor deze groep zo belangrijk is.